Sproei-installatie
Er mag alleen op gravelbaan worden getennist als de gravel voldoende vastligt; dat houdt in dat de gravel een beetje vochtig moet zijn. De korrels kleven dan aan elkaar en vormen een samenhangend geheel; het is een vaste laag, die niet losraakt door er op te tennissen, maar daardoor juist vaster komt te liggen.
Of de gravel vochtig genoeg is kun je aflezen aan de kleur. Bij voldoende vocht kleurt de gravel donkerrood. Is de gravel licht van kleur, dan betekent dat, dat hij te droog is en heel gemakkelijk los komt te liggen als je gaat tennissen zonder vooraf te sproeien. Tennissen op te droge gravel is slecht voor de conditie van de gravelbaan. Bovendien tennist het een stuk onaangenamer en is er een groter risico op blessures.
Sproeien kan op twee verschillende manieren: met de sproei-installatie of met de hand.
Sproei-installatie
- De sproei-installatie is eenvoudig te bedienen vanuit het NUTS-gebouw;
- Open de deur en zet deze vast op de windhaak, zodat je zicht blijft houden op de tennisbanen.
- Controleer of de schakelknop (automaat - uit - handmatig) in de stand “handmatig” staat;
- Let op dat zich geen spelers of kwetsbare spullen meer op de te sproeien baan bevinden;
- Druk op de knop met het nummer van de baan die je wilt besproeien;
- De pomp slaat aan en in het leidingstelsel wordt de waterdruk opgebouwd;
- In de gravelbaan komen drie sproeiers omhoog (één kopsproeier en twee zijsproeiers), die samen één helft van de baan met een vooraf ingesteld spuitpatroon besproeien. Na enkele minuten schakelt de installatie automatisch over naar drie andere sproeiers, die de andere helft van de baan besproeien;
- Bij calamiteiten de schakelknop direct op de stand “uit” zetten;
- Indien je het sproeien tussentijds wilt onderbreken kun je dit ook doen door de schakelknop naar de stand “uit” te draaien;
- Na het sproeien de toegangsdeur van de windhaak afhalen; controleer of de deur zichzelf goed sluit.
Handmatig sproeien
Door gebruikmaking van de handsproeier met sproeikop, die aan de gele slang op de baan aanwezig is.
- Rol de slang enkele meters uit en houdt de sproeikop schuin omhoog gericht, gereed om te sproeien;
- Draai de kraan volledig open en blijf de sproeier schuin omhoog richten (indien je de sproeier omlaag richt, zal er snel plasvorming plaatsvinden en zal er gravel wegspoelen);
- Begin met sproeien altijd aan de overzijde van de baan, zodat je, al sproeiend, achteruit lopend een helft van de baan afwerkt;
- Houdt de sproeier steeds schuin omhoog gericht, zodat het water goed kan vernevelen en als het ware als een regenbui op de gravel terechtkomt;
- Zwenk met de sproeier langzaam heen en weer zodat het water zoveel mogelijk gespreid over een breed oppervlak op de baan terecht komt;
- Blijf net zo lang op hetzelfde baangedeelte sproeien totdat er net geen plasvorming plaatsvindt; verplaats het sproeien dan naar een naastgelegen deel van de baan;
- Werk op deze wijze beide baanhelften af en eindig weer bij de kraan, zodat je deze kunt dichtdraaien, terwijl je de sproeier nog steeds schuin omhoog houdt;
- Laat de slang niet op of vlak naast de baan liggen; dit kan ongelukken veroorzaken. Rol de slang netjes op en leg hem vlakbij de kraan.
Voorkom schade of reparatie en ga voorzichtig om met de installaties, sproeiers en kranen. Meldt schade of onregelmatigheden zo spoedig mogelijk bij de Park Commissie.